Artikeldatum

Klein is fijn

De kinderen van groep 3 en 4 komen braaf in tweetallen aanlopen onder begeleiding van de juf en enkele moeders. Vandaag geef ik ze als natuurgids een les over kriebelbeestjes. Hoe maak je de jeugd enthousiast over de natuur en leer je ze beter waarnemen? Nadat de juf me heeft geleerd heeft welk gebaar je moet maken om iedereen stil te krijgen, begin ik mijn les. Eerst leg ik uit dat ze vandaag heel goed moeten zoeken omdat we geen grote beesten gaan bekijken maar juiste de allerkleinsten. Om hun zoekvaardigheden aan te spreken laat ik ze 10 niet-natuurlijke voorwerpen zoeken die ik van tevoren heb verstopt. Wild enthousiast rennen ze als kippen zonder kop in het rond en juichen ze bij iedere vondst. Daarna doen we een spelletje ren-je-rot waarbij ze moeten aangeven of een stelling over kleine beesten waar of niet waar is. Net als dieren vertonen de meeste kinderen kuddegedrag en lopen ze zoveel mogelijk achter elkaar aan.

Kriebelbeestjes

rupsMijn doel is om ze al wat energie te laten verspelen zodat ze geconcentreerder zijn bij de belangrijkste opdracht. In kleine groepen stuur ik ze op pad met een vergrootlens en een potje. Zoek zoveel mogelijk kleine beestjes. Op een zoekkaart staan enkele voorbeelden: de spin, de rups, de slak, de mier en de pier. In tegenstelling tot mijn verwachting blijven ze enthousiast. Ook hier wordt elke vondst bejubeld en goed bestudeerd. Soms help ik ze een handje door een plek aan te wijzen en wat wetenswaardigheden te delen. Als ze met potjes vol diertjes (er is zelfs een groep met een kikker in de hand) terugkomen voel ik mezelf ook weer jong. Ik hoor me streng zeggen dat het niet de bedoeling is dat iedereen de kikker vasthoudt en dat het beter is als je hem weer voorzichtig terugzet. Ik kan me echter nog goed herinneren hoe heerlijk het was om buiten te struinen en kattenkwaad uit te halen, waarbij kikkers een gewild doelwit waren. Na afloop delen de kinderen hun vondsten en valt me op dat ze er al veel vanaf weten. Een moeder vertelt hoe ze met haar dochter in de tuin een rommelhoekje gemaakt hebben waar ook veel kleine beestjes zitten. Ode aan de verwildering van de tuin. Na twee uur zwaai ik ze vermoeid uit. Ik hoop dat ik ze vandaag weer wat respect voor de natuur heb geleerd. Kleine beestjes zijn er volop. Als je moeite doet kun je er heel veel vinden. En alhoewel de les “kriebelbeestjes” heet, kunnen ze veel meer dan alleen kriebelen. Ieder beestje heeft wel een functie in de cyclus van de natuur zoals bestuiven en bijdragen aan het composteren.

Kersen 

fruitvliegOp de terugweg ga ik nog een zak kersen halen. Het jaarlijkse festijn in de Betuwe. Helaas wordt dit festijn al jaren verstoord door een exotisch kriebelbeestje, de Suzuki fruitvlieg. Dit minuscule vliegje boort zich al vroeg in de onrijpe kersen en tast zo de heerlijke vruchten van binnenuit aan, voordat ze aan de kraampjes langs de weg worden verkocht. Hoezo een functie in de natuur? Ze vergallen de heerlijke oogst en doordat het exoten zijn uit Azië hebben Moeder Natuur en vooral de fruittelers nog geen goede remedie gevonden tegen dit kattenkwaad door deze kleine lastpakken. De beste oplossing op dit moment is fijn insectengaas spannen over de boomgaarden, zodat zowel de vogels als de fruitvliegen geweerd worden. En dan hopen tot een doorbraak in het onderzoek naar een betere bestrijding van deze plaag. Ondertussen is het wachten op een nieuw exotisch kriebelbeestje. Maar voordat die komt smul ik van de rijpe kersen en de ervaring dat ik de jeugd wat geleerd heb. Klein is (heel vaak) fijn!